
We zitten er eigenlijk al helemaal klaar voor, vrijdagmiddag
op een terras van één van de deelnemende horecagelegenheden van “Rondje Ermelo”.
Het is een gezellige bedrijvigheid, dat opbouwen van muziekinstallaties voor liveoptredens
van verschillende bands.
Deze bands zijn straks allemaal te bezoeken.
Met een
toeristenbus (hop-on-hop-off) kan je langs 13 podia, een soort luxe ‘kroegentocht’
staat dus op het programma.

Er komt een personenauto voorgereden en we staan er versteld
van wat er allemaal in zo’n auto past (vergeef me, dat ik niet op het merk heb
gelet). Een grote monitor, allerlei microfoonstandaards, koffertjes en een
grote rolkoffer, worden uitgeladen en naar binnen gesjouwd. “Dat jullie er
altijd een busje voor huren met koor snap ik niet hoor”, zegt Ab, “je ziet dat
het ook past in een gewone auto”. Daar heb ik niet van terug.

Maar dan komt er nog een auto, met aanhangwagen, helemaal
volgeladen en dan nog een auto, allemaal voor “Mum’s Project”, het bandje van 5
personen dat in ‘het Wapen van Ermelo’ speelt. Een busje is nog niet zo
onhandig, ons koor is groter, maar ik vraag me af wie er meer podium vraagt.

Dat niet iedereen even blij is met zo’n liveoptreden blijkt
later,
wanneer een vader met zijn zoontje plaatsneemt op het terras. Vrolijk
huppelt het jochie van een jaar of 10 naar binnen, maar minder vrolijk stapt
hij korte tijd later weer naar buiten:”Papa, ze hebben het hele speelhoekje
weggehaald!” zegt hij met grote verbazing in zijn stem. Tja, vandaag spelen
grote mensen in de speelhoek.